Jos van der Pouw

Image

Vier vragen aan Jos van der Pouw

  • Wat is uw drijfveer zich bestuurlijk in te zetten voor het Platform?

“Een reden om mij in te zetten voor het platform is om een constructieve en positieve inbreng te hebben op de ontwikkelingen in het techniek onderwijs, M&T in het bijzonder. Mijn voorganger, Gert van Burken, heeft een grote stap gezet in de ontwikkelingen VMBO en MBO. Deze ontwikkelingen staan natuurlijk niet stil. Met de grote opkomst van het profiel D&P, en met de toezegging van het nieuwe kabinet om structureel geld uit te trekken voor het VMBO-techniekonderwijs, zullen we er met elkaar goed op toe moeten zien hoe deze gelden ten goede komen aan het techniekonderwijs (M&T).”

  • Welke taken vervult u met name binnen uw bestuur?

“Als voorzitter van de regio noord is het mijn taak om het docentenveld te informeren over de ontwikkelingen in het VMBO techniekonderwijs. Deze ontwikkelingen worden vier keer per jaar tijdens een bestuursvergadering besproken. Daarnaast ben ik betrokken bij de ontwikkelingen van examens waar ik hoop nog een vernieuwingsslag te kunnen maken. Mijn oproep daarbij is dat de collegae voldoende feedback geven waar wij bestuurlijk weer mee verder kunnen.”

  • Wat is in uw ogen de kracht van het Platform?

“De kracht van het platform vind ik de verbondenheid van de collegae in den lande. Zelf heb ik de afgelopen jaren veel opgedaan uit de bijeenkomsten van het platform, op veel terrein, o.a. scholingen en docentenstages en netwerkbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten hebben voor mij een grote meerwaarde en zo ook voor de collegae. Ik hoop dat deze verbondenheid blijft om zo te komen tot goed onderwijs voor de kids waar we het tenslotte voor doen.”

  • Waar liggen in uw visie belangrijke kansen en uitdagingen voor het Platform?

“De kans voor het platform is om te komen, in gezamenlijk overleg, tot een vorm van onderwijs die ten goede komt aan onze doelgroep. Het is nog steeds een uitdaging om in het VMBO/MBO te komen tot het afleveren van leerlingen met een startkwalificatie zonder dat daarbij belemmeringen zijn voor de leerlingen. Ik ben een groot voorstander van een arbeidsgerelateerd onderwijs en zo ook een arbeidsgerelateerd examen.”